Mest als verdediging tegen de Aziatische Hoornaar

Aziatische Honingbijen hebben een verdediging ontwikkeld tegen de Aziatische hoornaar

De Aziatische hoornaar is een bedreiging voor de in Europa algemeen voorkomende honingbij Apis Mellifera. Deze hoornaar was al enige tijd in Europa vooral in het mediterrane gebied maar is al noordelijker getrokken en ook in Nederland gespot. We krijgen ermee te maken en hoe lastig ze worden valt nog te bezien, maar we hebben deze bedreiging liever niet. In Portugal, Spanje en Zuid Frankrijk is het nu al een echte plaag voor de imkers. Ze verliezen vele volken Bestrijding anders dan wegvangen en nesten vernietigen zit er in Europa voorlopig niet in

Als onderdeel van een succesvol bijenteeltontwikkelingsproject gefinancierd door de Canadese overheid, runde professor Otis herfstworkshops van 2007 tot 2011 in plattelandsdorpen met veel armoede in Vietnam. Daar zag hij bij bijenkastingangen donkere vlekken. Tijdens een bezoek legde een ervaren Vietnamese imker uit dat die vlekken buffelmest was. Volgens hen gebruikte de bijen de buffelmest als verdediging tegen de Hoornaar.

“Mestverzameling is een gedrag dat nooit eerder is gemeld voor honingbijen, en niemand had het fenomeen bestudeerd,” zei professor Otis. Als vervolg op deze ontdekking startte een wetenschappelijk onderzoek door de Universiteit van Guelp in Canada.

Om te bestuderen hoe bijen reageerden op de beschikbaarheid van de geur van verschillende dieren, verzamelden deze wetenschappers mest van waterbuffels, kippen, varkens en koeien en plaatsten van iedere soort mest een hoopje in de buurt van een bijenstal. Tegen het einde van de dag hadden ongeveer 150 bijen de stapels mest bezocht, waarbij de onderzoekers opmerken dat de bijen meer van de “geurige mest” van varkens en kippen hadden verzameld. Het team van wetenschappers markeerde individuele bijen om ze te kunnen identificeren bij hun bijenkasten. Minuten later namen ze video’s op van de gemarkeerde bijen die het materiaal kauwden, vormden en uitsmeerden als vlekken bij nestingangen.

Het gedrag van de hoornaar veranderde bij de kasten. De hoornaars brachten minder dan de helft van de tijd door bij nestingangen met matige tot zware mestvlekken als bij bijenkorven met weinig vlekken, en ze brachten slechts 1/10e van hun gebruikelijke tijd door met kauwen op bijenbroed bij de ingangen van de bijenkast. Ze voerden ook minder massa-aanvallen uit op de kasten met veel mestvlekken rond de kastingang.

De wetenschappers weten niet precies wat de hoornaars afschrikt, hoewel ze vermoeden dat de insecten worden afgestoten door het onaangename aroma van de uitwerpselen. Een andere verklaring kan zijn dat mest ook geuren kan maskeren, geuren die door de bijen zelf worden verspreid.

Om de relatie bijen-mest-hoornaar verder te begrijpen, namen de onderzoekers een proef met het feromoon dat hoornaars gebruiken om een kast te markeren die ze willen aanvallen. Toen het feromoon bij de ingang van de bijenkast werd aangebracht, werden honingbijen ertoe aangezet mest bij de kastingang aan te brengen. Het team zei dat deze studie de eerste is die het gebruik van gereedschap door honingbijen documenteert.

Veel wetenschappers zijn het er echter niet over eens of bepaalde dieren, laat staan insecten, hulpmiddelen gebruiken. Om een dier als gereedschapsgebruikers te kwalificeren, moeten dieren aan verschillende criteria voldoen, waaronder het gebruik van een object uit de omgeving, in dit geval mest. De bijen gebruiken het materiaal duidelijk om het milieu rond de kast met opzet te veranderen, zei professor Otis. Het feit dat ze het kauwen en vormen met hun monddelen komt overeen met het vasthouden of manipuleren van gereedschap.

Hoewel dit een hoopvolle ontwikkeling is mogen we er niet van uitgaan dat de Europese Apis mellifera op korte termijn hetzelfde gedrag ontwikkeld als de Aziatische soortgenoten. De Aziatische honingbijensoorten hebben al sinds de tweede helft 19e eeuw (eerste registratie) last van de Aziatische hoornaar en dus bijna twee eeuwen tijd (en mogelijk langer) gehad om defensief aangepast gedrag te ontwikkelen”

Wellicht kunnen we van de Aziatische bijensoorten leren door bij overlast van Hoornaars mestvlekken aan te brengen bij de kastingang. Het is maar een idee en het kost niets.

Dit onderzoek is gepubliceerd in het tijdschrift Plos One. Website: https://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0242668.
Met dank aan de NCvB voor de vertaling.

Op de site van de BDvereniging staat een link naar een een PDF van een interessant boekje van Martin W. Pfeiffer (1903-1987): “De koe, de bij en de regenworm” met (ecologische) gezichtspunten, waarin wordt aangeduid hoe belangrijk deze drie dieren zijn in de basis van een biodivers, vitaal en vruchtbaar landbouw-ecosysteem. Wellicht een aanknopingspunt om het gebruik van mest bij de bijenwoning (korf) beter te kunnen begrijpen.

Iwer Thor Lorenzen

Geboren op 8 januari 1895 te Harrislee (Flensburg, Duitsland)

Tijdens de 1e wereldoorlog raakte hij in de Dolomiten bekend met anthroposophie. Nadat hij getrouwd was met Erna Kiewitz, kreeg het echtpaar 5 kinderen waarvan er 4 in de kindertijd stierven. Na zijn studie koos het voor het leraarschap. In augustus 1920 werd hij via rector Moritz Bartsch lid van de Anthroposophische Vereniging. Met Pinksteren 1924 woonde hij de landbouwcursus bij die, georganiseerd door graaf en gravin Keyserlingk, op hun landgoed Koberwitz door Rudolf Steiner werd gegeven.

Lees meer

De Bij in de Kalevala

Inleiding:

De Kalevala is een Fins epos, in de 19e eeuw opgetekend door de arts Elias Lönnrot (1802-1884) uit de monden van de laatste zangers, die de mondeling overgedragen mythische spreuken en verhalen toen nog vertolkten. Samengevoegd tot een grote compositie leidde dit tot de Kalevala, voor het eerst verschenen in 1835.

Lees meer

Jarenlang zwermen

Na het jarenlang laten zwermen van de bijen is er iets nieuws opgetreden wat opmerkelijk is. Nadat een zwerm geschept is, zijn er altijd wat bijen die later weer op de plek terugkomen waar de zwerm hing. Dit trosje lost meestal snel op. De bijen vliegen namelijk terug naar de kast of korf waar ze uit afkomstig zijn. Maar de laatste tijd is dat bij mij anders; de bijen vliegen niet meer terug. Het trosje blijft nog dagenlang hangen en lost zich maar heel geleidelijk op.

Lees meer

Bijen kunnen zonder manipulatie

Bij een van de weinige kasteelboerderijen die Nederland nog rijk is, is te zien hoe bijen zonder ingrijpen door imkers weten te overleven. In een noordelijke muur hebben bijen hun intrek genomen. De zon komt er nauwelijks, het is er vaak koud en in de lente beginnen de bijen veel later te vliegen dan de bijen die in 2005 aan de zuidkant de muur ingetrokken zijn, maar ze zijn er en het zijn blijvertjes. De precieze moment van intrek is onbekend, maar zeker is het dat de bijen er ononderbroken sinds 1999 zitten.

Lees meer

Landbouw en Imme – Boer en Imker

In de Nederlandse Vereniging tot bevordering van de biologisch-dynamische landbouw bestaat een historische scheiding tussen landbouw en imkers. Deze uit zich in een afzonderlijk jaarprogramma en eigen bijeenkomsten. In de vereniging bleek in het verre verleden geen plaats te zijn voor imkers; de reden daarvan is mij onbekend. Een BD-inkerwerkgroep was het gevolg. Deze desintegratie is symptomatisch voor de verwijdering die de afgelopen tientallen jaren al meer heeft plaatsgevonden tussen landbouw en bijenteelt; tussen boer en imker.

Lees meer

De bij als huisdier

Vrijwel iedere honingbij die we zien behoort tot een volk op de bijenstand van een imker. De imker heeft de bijen het liefst zo dicht mogelijk bij huis om er vaak naar te kunnen kijken en zo de verzorging af te kunnen stemmen op wat hij ziet. Bovendien valt er veel te leren van het kijken naar een bijenvolk.

Lees meer

Kerstnacht in de bijenstal

Drie jaargetijden lang vliegen de bijen je om de oren, maar in de winter zijn ze plots verdwenen.

“Wat spoken ze uit? Waar zitten ze? Zijn ze met de vogels naar het zuiden getrokken? Oh … zijn ze nog in het land. Wat geef je ze dan te eten? Hebben ze het niet koud? Zet je ze bij de kachel?”. Het zijn enkele van die talloze leuke verrassende kindervragen over bijen. Met open mond wordt er vervolgens naar de antwoorden geluisterd.

Lees meer

De grote verhuizing

Voor veel mensen heeft het iets angstaanjagends: de bijenzwerm die je in de maanden mei en juni kunt tegenkomen. 10.000, 20.000 of meer bijen in een snel bewegende wolk – op weg naar een nieuwe behuizing. De zwermbehoefte is onderdeel van het bijenorganisme, maar voor veel imkers geldt dat je een slecht imker bent als je je bijen laat zwermen.

Lees meer

De Bijensteek

Als er door leken over bijen gesproken wordt, gaat het bijna altijd over de bijensteek. En omdat bijen kunnen steken, blijft menigeen op eerbiedige afstand. De eerbied is terecht, maar de angst kan minder worden als men meer kennis opdoet.

Lees meer